"Beste Anton Pawlowitsj, ik heb werkelijk prachtige geluiden voor het eerste bedrijf. Landelijke stemming, dus een kerkklokje, wat krekels, het omhakken van een boom en het slijpen van zeisen. U schrijft "drukkend weer", dus we hebben het gerommel van onweer en in de verte rijdt deze lokomotief voorbij met een smartelijke gil. Wat vindt u er van
Waarde Stanislawski, u bent een genie. Daarom ben ik ook alweer aan een nieuw stuk voor u begonnen
Het is niet waar! U maakt me gelukkig!"
Het begint zo
Het doek gaat op en iemand zegt: Wat is het stil vandaag
Je hoort geen krekel en geen storm en ook geen regen
Je hoort geen vogel en geen trein
Gek dat er geen geluiden zijn
Er rijdt zelfs nerregens een koets over de wegen
Men snuit geen neus
Men krabt geen bil
Het hele stuk
Is stil
"Sfeer! Psychologisch realisme! Ik begrijp niet wat u daar tegen hebt. Wie heeft uw stukken tot een succes gemaakt? Ik, Konstantin Sergejevitsj Stanislawski met zijn Moskou's Kunst Theater."
Mijn nieuwe stuk zal bovendien ook een komedie zijn
Ik laat de achterlijkste dingen daar gebeuren
Drie domme zusters en een broer
En alles is in rep en roer
Ze huilen vaak maar dat is om je te bescheuren
Dus het publiek
Lacht! Opgelucht
Mijn nieuwe stuk
Een klucht
"U schrijft geen kluchten! U schrijft bittere tragedies
Er is er maar een die begrijpt wat u schrijft. En dat bent niet u. Dat ben ik, Konstantin Sergejevitsj Stanislawski van het Moskou's Kunst Theater!"
U heeft het mis: het stuk is leuk
Men ligt voortdurend in een deuk
En geen geloei, gefluit, gekuch
Geen kar die ratelt over een brug
Er klinkt geen knal
Men hoort geen gil
Het stil is leuk en stil - doodstil