Je weet ik woon al weer een tijdje in den vreemde
Ik heb geen heimwee en ik voel me geen ontheemde
Wanneer ik 's morgens met m'n krantje in de zon zit
Of ik in de ondergaande zon op mijn balkon zit
En ik geniet van die on-Hollandse geluiden
Dan denk ik: God, wat is 't prachtig hier in 't zuiden
En wat een levensgroot verschil van hier met daar
Da's waar - maar
Als ik de wolken weer eens zie zeg, boven Zwolle
Of boven Rotterdam, die grote grijze volle
Als ik mijn kraag opsla omdat het hier zo koud is
Mijn eigen taal weer hoor die altijd zo vertrouwd is
Dan weet ik zeker, zonder dat ik overdrijf
Dat ik m'n hele leven Nederlander blijf
De meeste mensen die ik ken daar vind ik aardig
Ze zijn spontaan en sympathiek en zeer hulpvaardig
En al die heerlijkheden die ze kunnen maken
Laat ik me dagelijks met veel genoegen smaken
In 't Italiaans ben ik al redelijk bedreven
En voel me aardig thuis in hun manier van leven
Als ik er niet zou wonen dan ging ik alsnog
En toch