Stikdonkere nacht
Storm
Een schip gegrepen
Door klauwen van de dood
Verankert
Op de Schellinger gronden
Woelend, steeds dieper
Verzwolgen door het zand
De zee verzwelgt haar prooi
Dreunende golven
Krakend hout
Slechts enkele masten
Boven het kolkende sop
Panische blikken, moedeloos gekrijs
Hen wacht de ondergang
De wrede verdrinkingsdood
Honderden lijken
Kapot geslagen op de kust
Gebroken door het zoute water
Door jutters geborgen
Voor ieder een kist
Begraven in de koude grond
Hier, bij de Dodemanskisten
De Armemanskisten
Dwalende zielen
Wanneer de nacht het donkerst is
Rusteloze zielen
Rottend vlees in de duisternis
Voer voor de maden
Uit het zicht verbannen
Maar niet vergeten
De drooggelopen geulen
Ondergelopen met gitzwart water
Boze geesten
Dwalen
Wanneer de nacht het donkerst is